Ik dacht even dat ik het Rembrandthuis moet gaan bezoeken om mijn thuisland te kunnen omarmen.
Patat en stroopwafels in Amsterdam moet gaan eten.
Maar toen kwam ik tegen, datgene waar mijn hele ik van doet warmen.
Om de hoek geschreven en uitgestippeld in mijn vaderland.
Een stem, een glimlach meegedreven op de wind naar het zuiden.
Dat tedere gevoel.
Als een vis in water(land).